Mestonderzoek
Mestonderzoek laat je doen om inzicht te krijgen in de mate van wormbesmetting bij het paard (of ieder ander dier). Met een mengsel van een kleine hoeveelheid mest in een zoutoplossing kunnen we onder de microscoop kijken of en zo ja, hoeveel wormeieren er aanwezig zijn. Middels een berekening wordt het EPG (eieren per gram) bepaald. De hoogte van het EPG bepaalt of het nodig is om het paard te ontwormen, of niet. Bij de afweging wel of niet te ontwormen wordt ook gekeken naar zaken zoals leeftijd, besmettingsdruk en eventueel andere specifieke omstandigheden.
Heeft jouw paard wormen en is hij of zij daarvoor behandeld? Ook dan is het nuttig om mestonderzoek te doen. Door mestonderzoek te doen NA het ontwormen, kun je zien of het wormmiddel goed heeft gewerkt, omdat je dan veel minder of geen wormeieren meer zou mogen vinden onder de microscoop.
Mestonderzoek laat je bij voorkeur minimaal 3 keer per jaar uitvoeren: in het vroege voorjaar (maart), VOOR het paard de weide opgaat. Vervolgens een keer in de zomer (juni) en een keer in het najaar (september). Is je paard bekend met wormproblemen dan is vaker natuurlijk geen overbodige luxe om goed de vinger aan de pols te kunnen houden!
In mijn inmiddels 21-jarige loopbaan als paraveterinair dierenartsassistente heb ik ondertussen honderden mestonderzoeken gedaan.
Blijkt uit het mestonderzoek dat jouw paard een wormkuur nodig heeft, dan kun je met de uitslag naar je dierenarts voor het juiste wormmiddel.
LET OP!
Is jouw paard ziek, heeft het last van diarree, (terugkerende) koliek, vermagering of andere klachten? Dan kan mestonderzoek zeker waardevol zijn in de zoektocht naar de oorzaak van de klachten, maar laat je paard dan altijd eerst onderzoeken door een (paarden)dierenarts.


